
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Artikel 60
1
De nabestaande van een kamerlid, gewezen kamerlid of gepensioneerd kamerlid heeft recht op pensioen.
2
In afwijking van het eerste lid bestaat geen recht op nabestaandenpensioen:
a
indien het huwelijk is gesloten nadat het gepensioneerde kamerlid de leeftijd van 65 jaar had bereikt;
b
bij overlijden van een gewezen kamerlid vóór het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, voorzover de pensioengeldige tijd van de overledene is gelegen na 31 juli 2003;
c
bij overlijden van een gepensioneerd kamerlid, voorzover de pensioengeldige tijd van de overledene is gelegen na 30 juni 1999 en de keuze is gedaan, bedoeld in artikel 58a, vijfde lid.
3
Voor de toepassing van het tweede lid geldt niet als gewezen kamerlid het gewezen kamerlid met recht op uitkering als bedoeld in artikel 51.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.